woensdagavond 19u, de deurbel gaat, ik doe de deur open en met het geldige excuus “Ik heb nu genen tijd madam, mijn kindjes zijn aan ‘t eten en ze moeten dan gaan slapen” doe ik de deur zo snel mogelijk weer dicht…

Merel: “Wie was dat mama?”

ik: “een mevrouw…”

Merel: “Wat kwam die doen?”

ik: “Ze wou een verhaal voorlezen uit de bijbel.”

Merel: “Welk verhaal is dat “De bijbel”?

ik: “euh,… een verhaal over Jezus.”

Merel: “Wie is dat Jezus?”

ik: “tja, euh, wie is Jezus … euh… “

Merel: “Is het een kindje?”

ik: “Nee, Jezus is geen kindje meer, Jezus is eigenlijk al dood … en eet nu maar verder…”

Merel: “oei, en hoe was die dan gestorven? Had hij misschien niet goed gekeken als hij oversteekt en had er een auto hem doodgereden?”

Sieben: “Of was er misschien huis op hem gevallen? Zo BOINK boem op zijne kop?? “

ik: “mja, misschien? … zeg, zal ik anders een verhaaltje voorlezen voor jullie? (grabbel vlug naar een boekje) Ah, hier, een verhaal over ridder Florian en zijn vrienden! Dat zal mooi zijn!”

Merel: “Ridder Florian? Ik vind Florian een stomme naam voor een ridder… Lancelot, dat is een goede naam voor een ridder! Heb je geen boek over ridder Lancelot?”

Een beetje met verstomming geslagen dat ze ridder Lancelot wel kent en Jezus niet, maar al lang blij dat dat bijbelverhaal voor een andere keer zal zijn beloof ik ridder Florian ridder Lancelot te noemen. Ze nestelen zich dicht tegen me aan en luisteren naar het verhaal van ridder Florian Lancelot…